
Voor 1900.
Voor 1900
De vrouw draagt een zwart wollen kostuum waarin bij het jackje meerdere plooien zijn verwerkt, zodat het mee kan groeien in het leven van de vrouw. Sluiermuts met geklost Bevers kant en bijbehorende sieraden.
Wij vertellen er graag over.
Rond 1920

Rond 1920.
De rok en jak is in groene katoenzijde. Daarbij is er een eenvoudige trouwmuts met kant van 10 centimeter.
Als sieraden wordt er zwarte gitten, broche (oorsponkelijk het slot van een bloedkoralen ketting) en krullen met torenspelden gedragen.
Rond 1950
De vrouw draagt een zwart wollen kostuum, zoals dat ook nog in de eerste helft van 1960 te zien was in verschillende dorpen op het eiland Tholen.
Bijbehorende sluiermuts van geklost Bevers kant en een hoedje (zgn. kipje). De vrouw draagt daarbij originele sieraden.
Details bij presentatie.